Een traditioneel Leerambacht atelier.
De voorraad leer.
Plantaardig gelooid leer uit traditionele looierijen. Er is er nog één in België: Looierij Radermecker in Warneton. Radermecker looit hoofdzakelijk met kastanjeschors, in een proces dat 60 dagen duurt. De andere bron is looierij La Querce in Italië. Daar heeft men nog de mogelijkheid om te looien met schors van eik, een proces dat 3 maanden duurt.
Snijgereedschappen houd ik scherp met een “Coticule” wetsteen. Een steen die enkel in de Belgische Ardennen te vinden is en unieke slijpeigenschappen heeft. De kapper gebruikte vroeger deze Coticule steen om scheermessen scherp te zetten.
Op de clickers tafel snij ik de stukken leer uit. Meestal gebruik ik een sjabloon van karton of zinkplaat.
Aan de naaitafel krijgt het project vorm. Ik naai de stukken handmatig aan elkaar met linnen draad die ik instrijk met bijenwas.
Is er nood om de pasvlakken te schalmen (af te schuinen) dan gebruik ik het schoenmakersmes op een hardsteen plaat. Voor grotere lengtes zet ik de handgedreven schalmer (1950) in.
Wanneer ik een nieuwe schoen maak, dan doe ik dat liefst aan de oude schoenmakerstafel.
En dan zijn er de elektrisch aangedreven machines:
- Een Dürkopp snelnaaier of een Adler met vlak bed.
- Recente schoenen krijgen een nieuwe zool of hiel met hulp van een oude Franse “combiné” (tot einde vorige eeuw op rondreizende markten gebruikt).
De andere machines zijn door mankracht aangedreven:
- Een Patcher van Singer (oorsprong 1895), een Blake-doornaaier (rond 1930) of een Frobana aflapper (ongeveer 1940) voor de randgenaaide schoenen.
Op de kleurbank krijgt het leer de gewenste pigmenten en oliën toegevoegd. Dit is ook de werkplek voor het aanpassen van leesten of het maken van mallen.
Na het kleuren krijgt de snijrand van het leer een laagje bijenwas. Een verhit aameeldje smelt de was in het leer . Het aambeeld verwarm ik op een brander met methylalcohol.
Voor stevige verbindingen gebruik ik klinknagels, die zijn van vol koper en worden koud geklonken.
Het vastzetten van oogjes en haken doe ik met een kleine handpers.
Op de Siegol poetstafel krijgt het leer zijn uiteindelijke afwerking.